Marais Poitevin is een groot natuurgebied dat ligt tussen de stad Niort en de kust van de Atlantische Oceaan. Dit moerasgebied ligt op de grens van de Vendée, de Charente-Maritime en de Deux Sèvres. Het Marais Poitevin wordt ook wel “La Venise Verte” genoemd, het Groene Venetië, vanwege de vele bootjes die er in dit natuurpark varen, soms ook met gondeliers. Het is een overblijfsel van de vroegere Golf van Poitou waarvan nu grote delen zijn ingepolderd en gedeeltelijk drooggelegd. Het Marais Poitevin is enorm uitgestrekt met een oppervlakte van ca. 1.120 km² en heeft een bijzonder gevarieerde flora en fauna. Het is niet voor niets toegevoegd aan de lijst van “Grand site de France”. Voor natuurliefhebbers is het Marais Poitevin een aantrekkelijke bestemming. Er zijn meer dan 250 vogelsoorten, 40 vissoorten, 60 soorten libelles en 80 vlindersoorten. Velen, ook Fransen, gaan tijdens hun vakantie dit gebied ontdekken. Dat kan op veel manieren zoals wandelend, met de boot, de huifkar of de fiets.
Het ontstaan van het Marais Poitevin
Lang geleden lag er een baai van de Atlantische Oceaan tussen de departementen Charente-Maritime, Deux-Sèvres en de Vendée. De oceaan liep door tot aan de rand van de stad Niort. De baai had als naam de Golfe des Pictons (Golf van Poitou) en komt van “Picton”, een van oorsprong Schotse stam die zich vestigde op de eilandjes in de baai. In de loop van de jaren is de baai drooggelegd, op een natuurlijke manier door de slib vanuit de oceaan en later door de aanleg van dijken. Hierdoor ontstond het natuurgebied Marais Poitevin. De baai van l’Aiguillon is het laatste overblijfsel van de oude baai. De drooglegging begon in de 13e eeuw met het graven van het Canal des Cinq-Abbés (kanaal van de vijf abten) door lokale monniken. De moerasbewoners hadden lage, witgekalkte huizen die bij elkaar stonden op eilandjes buiten de overstromingsgebieden. Ze leefden van de visvangst, landbouw en veeteelt. Het vervoer ging over water met platte bootjes.