In de 13e en 14e eeuw zijn ten oosten van Bordeaux veel nieuwe steden gebouwd. Deze steden worden bastides genoemd. Het worden wel eens de pareltjes van zuid west Frankrijk genoemd. Oeroude dorpjes die die alle een gezamenlijk kenmerk hebben: ze hebben bijna allemaal een vrijwel kaarsrecht stratenplan rondom een centraal plein met booggalerijen. Dat was en is nog altijd het kloppende hart van de handel en het openbare leven van de bastiden. Zelfs nu nog zie je trots aangekondigd staan dat de marktdag in Monflanquin sinds 1256 op de donderdag plaatsvindt.
In Frankrijk zijn 315 bastides, meer dan 1/3e bevindt zich in de Nouvelle-Aquitaine.
Ontstaan van bastides in Frankrijk
In de 13e en 14e eeuw was er volop oorlog tussen Frankrijk en Engeland. Strijdende bendes trokken rond in deze regio tot aan Toulouse toe. De voortdurende strijd en onrusten had grote invloed op de bevolking. Hele gebieden waren soms verlaten. De mensen leefden niet meer of trokken naar een veiliger plek.
Enkele machthebbers kregen het idee om nieuwe steden te bouwen om de bevolking te beschermen maar ook om hun eigen macht te vergroten. Volgens zeggen heeft Raymond VII van Toulouse de eerste bastide gebouwd. De bevolking werd aangetrokken door gunstige belastingtarieven en marktprivileges. Elke bastide heeft een stichtingsakte.
In het verdrag van Parijs (1229) stond dat er geen muur om de nieuwe steden mocht worden gebouwd. Later werden er wel poorten gebouwd om de stad te verdedigen. De meeste steden hadden alleen maar lokale betekenis en zijn niet uitgegroeid tot grote steden. Dit heeft ervoor gezorgd dat veel bastides in hun oorspronkelijke staat bewaard zijn gebleven.
Inwoners van de bastides
Bastides zijn eigenlijk modelsteden van de Middeleeuwen, gebouwd volgens een strak plan. De vestiging in deze nieuwe steden was echter niet vrijblijvend. Aan de ene kant leefde je in vrede en groeide de rijkdom en luxe. Huizen werden vergroot tot kleine paleisjes. Er is zelfs sprake van een gouden eeuw van de bastides. De inwoners hoefden minder belasting te betalen dan de mensen buiten de bastide. Ook kon je minder snel gearresteerd worden. Allemaal maatregelen om de mensen te stimuleren in een bastide te gaan wonen. Er was echter ook een andere kant: er waren allerlei regels waar je je aan moest houden.
Iedere familie die zich in de bastide installeerde kreeg een perceel om te bouwen en te wonen, l’ayral, een (volks)tuintje, le cazal, en een stuk land buiten de stadsmuren om te bewerken, les arpents. Sommige bastides hadden bovendien nog wijngaarden om te verdelen.
Bastides op de grens van de Gironde en Périgord
In de Gironde, Dordogne en Lot zijn diverse bastides. Het is goed te zien dat deze steden al eeuwen oud zijn. Het zijn de volgende:
- Blasimon – deze bastide is bekend vanwege zijn avondmarkten in juli en augustus
- Cadillac – hier is op zaterdagochtend markt op het karakteristieke plein
- Créon
- Libourne
- Monségur – in deze bastide staat op het centrale plein een prachtige metalen hal uit de 19e eeuw. Ieder vrijdag is daar markt. Rond het centrale plein liggen kloosters
- Pellegrue
- Sainte-Foy-la-Grande – deze bastides ligt aan de oevers van de rivier de Dordogne en is in 1255 gesticht door Alphonse de Poitiers. Het is de enige van de bastides in de Gironde die niet door de Engelsen is gesticht. Het mooie plein met booggalerijen is goed bewaard gebleven
- Sauveterre-de-Guyenne – koning Edward I van Engeland heeft opdracht gegeven om deze bastide te bouwen. Tijdens de 100 jarige oorlog is de stad tien keer van landheer veranderd. De vier versterkte poorten zijn het bezichtigen zeker waard
- Domme
- Cazals
- Villefranche-du-Périgord
- Monpazier
- Beaumont-du-Périgord
- Monflanquin
- Eymet
- Pujols
Voor al deze bastides geldt: u kunt er genieten van lokale lekkernijen op de wekelijkse (boeren)markt of zomerse eetfeesten aan lange tafels op het plein, diverse muziek- en theaterfeesten, de Brocante & Antiquités markten en de middeleeuwse feesten die het rijke verleden van deze dorpen en steden doen herleven.