Woordenlijst voor de Franse wintersport

Een goede voorbereiding van uw wintersportvakantie in de Franse Alpen is belangrijk. Kent u de meest voorkomende woorden die u nodig heeft als u gaat skiën of snowboarden? En wist u dat er heel wat woorden en uitdrukkingen zijn die tot verwarring kunnen leiden? Weet u wat een chasse-neige is? Een tire-fesse? Une combinaison?

Les après-ski

Het woord “après-ski” heeft 2 betekenissen. De eerste kennen we allemaal: het feestvieren onderaan de piste. Voor de Fransen is de belangrijkste betekenis van après-ski moonboots, ofwel sneeuwlaarzen. Sneeuwlaarzen trek je après het skiën aan!

La station

Velen zullen weten dat dit niet het treinstation is, dat is “la gare”. In ons woord bezinestation komt het wel terug: la station essence. Maar als een Fransman die naast u zit te lunchen vraagt: “Que pensez-vous de la station?” dan is hij benieuwd wat u van het skidorp of het skigebied vindt.

Le chasse-neige

Letterlijk vertaald is dit een sneeuwschuiver. Het wordt ook gebruikt voor de ploegbocht van beginnende skiërs, onder ons bekend als de “pizzapunt”. Fransen gebruiken hiervoor ook wel de uitdrukking “le chapeau pointu”, de punthoed.

Le masque en le casque

Beide woorden zult u tegenkomen. Un masque is het Franse woord voor skibril en le casque betekent skihelm. Het is maar dat u het weet!

Veel voorkomende woorden tijdens de wintersportvakantie

La station: wintersportplaats, skioord
Le domaine skiable: skigebied
Le forfait de ski: skipas
L’École de ski: skischool
Club Piou Piou: skischool voor jonge kinderen
Le moniteur de ski: skileraar
La dameuse: de pistenbully
Le chasse-neige: pizzapunt
Le débutant: beginner
La piste de luge: piste waarop je mag sleeën

Hors-piste: off-piste
Les bosses: buckels
La poudreuse: de poedersneeuw (la peuf)
La soupe: papsneeuw
Le risque d’avalanche: lawinegevaar
Les remontées mécaniques: skiliften
Le tire-fesses of le téléski: sleeplift
Le télésiège: stoeltjeslift
La télécabine: eitjeslift
Le téléphérique: grote cabinelift

Le casque de ski: skihelm
Le masque de ski: skibril
Les lunettes de soleil: zonnebril
Le bonnet: de muts
La crème solaire: zonnebrandcrème
Les après-ski: moonboots
Les gants: handschoenen
La combinaison de ski: het skipak
Le vin chaud: glühwein

Le tire-fesses

Zo noemen de Fransen het onder elkaar: le tire-fesses, de “billentrekker”, een populaire naam voor de sleeplift waarbij u naar boven wordt getrokken. Officieel is de naam natuurlijk “le téléski”.

Les remontées mécaniques of ascenseurs?

Dit zijn twee woorden die in het Frans gebruikt worden voor “lift”. De ascenseurs, de gewone liften, zijn alleen in gebouwen. De remontées mécaniques is een verzamelnaam voor de skiliften. Die kunnen weer onderscheiden worden in:

  • le télésiège (stoeltjeslift)
  • la télécabine (eitjeslift)
  • le téléphérique (grote cabinelift)

Les Bosses

Als een Fransman tijdens de wintersport zegt J’aime les bosses“, dan heeft hij het over een buckelpiste, ofwel een afdaling met veel bosses (hobbels, buckels). En spreekt hij enthousiast over de ‘belles chutes’ komen, dan verheugt hij zich niet over ‘mooie valpartijen’ maar over de sneeuwval: chutes de neige. Wat betekent dat hij kan gaan genieten van ‘la peuf’, zoals verse poedersneeuw heet in populair Frans.

Arva

Dit moet u zeker bij u hebben als u buiten de pistes zou gaan skiën. Het is een lawineverklikker, een ding dat uw leven kan redden als u onder een lawine zou komen.

Bron: Frankrijk.nl

Monter en canard

Dit heeft niets met een eend te maken. Het beschrijft het omhoog klauteren waarbij je de achterkanten van je ski’s tegen elkaar houdt.

Monter en escalier

Dit is het omhoog klimmen door de ski’s dwars op de helling te zetten en je op deze manier als het ware je eigen trap maakt.

Boek uw vakantie in de Franse Alpen

Luxe appartementen en penthouses

Luxe badkamers